Lieve beste prinses Beatrix, majesteit,
Ik fietste vandaag over de bosweg en de veldweg. De zon scheen prachtig, de vogels floten prachtig. Ik meende zelfs de Veldleeuwerik te horen. En ik zag een haas in de verte. In de wei stonden twee paarden met een ruitjes deken omgeslagen. Niet allebei onder één deken nee, Elk één eigen deken. Alleen hun hoofd, de poten en de paardenstaart waren niet bedekt…….Het leken wel Schotse-ruit-slaapzakken voor paarden. Apart. Terwijl ik door fiets en genoot van het zonnetje, de vogels, de knopjes in de bomen en struiken, met hier en daar een crocus of wilgekatje, zag ik naast me op de mooi omgeploegde akker de schaduw van een fladderende vlinder. Een vlinder…Leuk, maar waar is die? Ik keek omhoog en rond maar zag geen vlinder…Hoe kan dat nou? De vrolijk fladderende vlinder vloog nog steeds naast me zag ik aan de schaduw op de grond….. En ik zag de schaduw van een fiets. Een snelle fiets. Mijn fiets.
Ik moet toch maar eens voor een goeie zonnebril gaan.
Het was een mooie dag. Welterusten.
©missie M.