Lieve beste majesteit, oud-koningin prinses Beatrix,
Vanochtend in alle vroegte schrok ik wakker van fanfaremuziek. Ik dacht dat de koning op bezoek kwam en haastte me snel uit bed. Waarschijnlijk stond ik te snel op uit mijn diepe slaap en viel met mijn hoofd in de mand met gestreken wasgoed. Waarom stond daar nog een volle mand met gestreken wasgoed? Ik weet het, ik weet het, dat had ik gisteren meteen moeten inruimen, maar dan was ik nu niet zo zacht neer gedaald.
Toen ik was op geschraveld liep ik snel naar de voordeur. Terwijl ik de sleutel in het slot van de voordeur draai zie ik dat ik mijn flanellen pyjama aanheb. Niet zo’n best tenue om de koning in te ontvangen. Maar als ik niet open maak is dat ook niet zo best. Er klinkt buiten geen fanfaremuziek meer. Snel maak ik de deur open, het is nog heel vroeg, geen kip op straat. En al helemaal geen koning in koningsmantel te zien.
Waarom zou de koning bij mij op bezoek willen komen? Ik ben afgelopen jaar niet echt een goed voorbeeld voor een lid van Oranje Nassau geweest, en had al helemaal geen ridderlijke kenmerken. Hopelijk ga ik het vanaf nu beter doen. Als de koning volgend jaar bij mij op de deurbel wil drukken zou ik het wel prettig vinden om dat op tijd te weten zodat ik me netjes kan aankleden of op z’n minst mijn pyjama recht kan trekken.
Fijne koningsdag.
Doei.