Geachte meneer Cees Sterk,
Vandaag stond er in de krant dat Orbis op een tekort van 6,5 miljoen afstevent als er niks word ondernomen. Vorig jaar maakte Orbis nog 6,9 miljoen winst vooral dank zij de care-activiteiten verpleging&verzorging en Thuiszorg. (dat is dus vn de ouderenzorg waar winst gemaakt word, hoezo de vergijzing is te duur?) Het verlies aan de ziekenhuiskant bedroeg in 2012 één ton.
U roept op om de achterstand te corrigeren op materiële en personele kosten. Medewerkers met zwangerschapsverlof of ouderschapsverlof worden niet vervangen, tijdelijke contracten worden wellicht niet verlengd, minder stageplekken, personeel kan onbetaald verlof oppakken, personeel moet een extra tandje bij zetten enz.enz.
Ook word iedereen gevraagd om alert te zijn op mogelijke materiële ‘verspilling’. ‘Het is een opgave van ons allen om ons ziekenhuis maatschappelijk en financieel gezond te houden’. Aldus bestuursvoorzitter Cees Sterk.
Ik wil meteen met de deur in huis vallen. Ik reageer alert op materiële “verspilling”. Er volgt nu een stukje uit de krant van juni 2013:
7 juni 2013: RvB Orbis in top 50 topsalarissen zorg
De complete Raad van Bestuur van Orbis behoort tot de top 50 best verdienende bestuurders in de ouderenzorg.
Dat blijkt uit een overzicht van vakbond Abvakabo FNV over topsalarissen van vorig jaar. De voorzitter van de Raad van Bestuur, Cees Sterk, had een inkomen van bijna 240.000 euro. De twee andere bestuurders verdienden ongeveer 230.000 euro.
U verdient meer dan de president van Frankrijk. U en uw twee collega-bestuurders met zo’n inkomen…dat is als wanneer Frankrijk 3 presidenten zou hebben. Het volk zou dan protesteren en met spandoeken lopen met daarop de tekst “zoó zoó kan het niet op?” …in het Frans natuurlijk. U en uw collega’s kunnen best met een tandje minder doen vind ik.
p.s. In een brief uit 2009 had ik het er al over. Toen werden al velen ontslagen en ging het bezuinigen al over “met minder middelen meer presteren” omdat de bouw van het nieuwe ziekenhuis te duur was uitgevallen.
Doei
©missie M.